Amerongse Bovenpolder

Zondag 31 mei 2009

Het was 1e Pinksterdag, desondanks waren we met vier enthousiastelingen. De Amerongse Bovenpolder kent twee beheerders, het westelijk deel valt onder Staatsbosbeheer, het oostelijke deel valt onder het Utrechts Landschap. Het oostelijk deel bleek alleen in de wintermaanden toegankelijk voor publiek, het westelijk deel is juist in de winter afgesloten en 's zomers toegankelijk. Wij hebben dus een rondwandeling gemaakt in het westelijke deel.

Het eerste deel van de route ging door een gedeelte dat vrij recent afgegraven was voor het creƫren van een aantal plassen. Het was er dan ook nog vrij kaal qua beplanting. Hier troffen we vooral de ruderale soorten zoals Gewone smeerwortel, Herderstasje, Hondsdraf, Vijfvingerkruid, Duizendblad, Kropaar, Smalle weegbree. Langs een sloot vonden we Echte valeriaan. Hier stond ook nog een uitgebloeide Eenstijlige meidoorn. Qua vogels was het hier interessanter: diverse Kluten, verder Nijlgans, Bergeend, Kievitten, Kleine plevier, Witte kwikstaart, Grutto, Boerenzwaluw, overvliegende Grauwe ganzen. Iets verder op de route zagen we ook nog Ringmussen en een Blauwe reiger.

Na het passeren van een heg met onder andere Hondsroos en een sloot ging de route verder langs de hooilanden. Hier vonden we onder andere Kleine klaver, Glad walstro, Rode klaver, Groot streepzaad, Margriet, maar ook zeldzamere soorten zoals Sikkelklaver, Kleine ratelaar, Karwijvarkenskervel, Knautia (Beemdkroon). Van de Morgenster zagen we alleen nog maar exemplaren met vruchtpluizen.

Op het verste punt van de route vonden we nog een hele fraaie libelle. De terugweg voerde langs een smal paadje onderlangs de dijk en langs een sloot. Naast de vele brandnetels zagen we hier ook weer de Blaartrekkende boterbloem alsook Watermunt. De soortenrijkdom in de Amerongse Bovenpolder is zeer groot en het was ondoenlijk om alle soorten op naam te brengen, mede omdat wij gewend aan de schralere zandgronden minder vertrouwd zijn met de flora van het rivierengebied. Eigenlijk hebben we ook te veel tijd besteed aan de ruderale soorten en zijn we onvoldoende toegekomen aan het mooiste deel van de soortenrijke hooilanden.

Waarnemingen:

Noor van Heusden